Toetsen inzetten als instrument voor kansrijke interventies

Interview van de NRO-KENNISNET Onderzoeksconferentie 2017: Weten wat werkt met ict in het onderwijs

Als docent weet Marinka Drost hoe belangrijk het is om leerlingen gerichte feedback te kunnen geven. Met RTTI-online, de webapplicatie van Docentplus, reikt ze docenten en leerlingen een ‘taal’ om te praten over leerdoelen en het leerproces. “Toetsen moeten doen waar ze voor bedoeld zijn: bijdragen aan een effectief leerproces en laten zien waar kansrijke interventies mogelijk zijn.”

In haar werk als docent en schoolleider zag Marinka Drost soms opmerkelijke cijferpatronen. Duikelende cijfers van groepen leerlingen bij bepaalde vakken. Maar ook grote terugval bij individuele leerlingen, of juist opvallende vooruitgang. Haar passie voor het verhaal achter de cijfers is hier ontstaan. “Ik merkte dat er geen goede taal was om te praten over het leerproces. Wat bedoelt een docent als hij voor het komende proefwerk aangeeft: leren hoofdstuk 8? Moeten leerlingen dan de inhoud begrijpen, de opdrachten kunnen uitvoeren of vooral de belangrijkste begrippen kennen?

Illustratie klas RTTI-online

Meer inzicht in leerproces

Cijfers die leerlingen krijgen bieden volgens Drost vaak onvoldoende feedback. “Toetsen zijn bedoeld om inzicht te bieden in het leerproces. Maar dat gebeurt lang niet altijd. Je moet achter het cijfer kunnen kijken. Dat kan alleen als je weet wat voor soort vragen er gesteld zijn bij een toets. Waren het ook transfer- en inzichtvragen of vooral reproductie en toepassingsvragen? Als je breder meet wordt het veel duidelijker waar leerlingen goed in zijn en wat ze kunnen ontwikkelen.”

Zicht op cognitieve indicatoren én gedragsindicatoren

Bij het analyseren van toetsen hebben bestaande taxonomieën volgens Drost te grote beperkingen. Zo heeft de (herziene) taxonomie van Bloom een te grote deelcategorie ‘Apply’, alle toepassingsvragen worden daar in één toepassingscategorie ondergebracht zonder de uitsplitsing naar trainingsgerichte T1-vragen en transfergerichte T2-vragen te maken. De categorie ‘Comprehension/Understand’ is ook te vaag voor docenten en leerlingen. Daarnaast gaat deze taxonomie uit van het foutieve uitgangspunt van stapelend denken over leren, een leerling die inzichtvragen goed maakt zal de reproductieve vragen dus allemaal wel beheersen, terwijl de praktijk ook andere leerpatronen laat zien. Ander bezwaar bij bestaande taxonomieën is dat ze geen rekening houden met het gedrag van leerlingen.

Ze ontwikkelde daarom RTTI; dat deed ze samen met Petra Verra, haar collega bij Docentplus. De ondersteunende webapplicatie RTTI-online maakt het leer- en ontwikkelproces zichtbaar en reikt, in vervolg hierop, strategieën (en adviezen) aan om dit proces te verbeteren. RTTI-online geeft informatie over de cognitieve ontwikkeling van leerlingen én over hun leergedrag. Juist die combinatie is volgens Drost cruciaal. “RTTI-online bundelt twee werelden. Het biedt inzicht in cognitieve taken zoals reproductie, trainingsgerichte vragen, transfer en inzicht/innovatie. Maar het laat ook zien wat het gedrag is van een leerling. Hoe zit het met het organisatievermogen van een leerling, hoe scoort een leerling op indicatoren als: meedoen, zelfvertrouwen en autonomie (OMZA)?”

Gerichte leerinterventies: kiezen voor andere strategieën

In alles wat Drost doet is er één gemene deler: een toets moet tot gerichte leerinterventies kunnen leiden. “Als je ziet dat een leerling goed scoort op inzicht, maar niet sterk is in reproductie en daarom steeds een onvoldoende haalt voor woordjes leren, kun je dat benutten. Zo’n leerling kun je bijvoorbeeld laten oefenen door hem woorden te laten groeperen vanuit bepaalde eigenschappen van woorden. Je kiest dan voor een andere strategie, zodat deze woorden uiteindelijk ook in de kennisbasis van de leerling komen. Soms is het probleem niet cognitief van aard, maar is het beïnvloeden van gedrag veel effectiever.
Een leerling kan slecht scoren op reproductie, terwijl het echte probleem organisatorisch is: de leerling beheert zijn agenda niet goed en weet niet wanneer de toets wordt afgenomen.”

Illustratie docent met leerling en RTTI-online

Doorlopende leerlijnen

Als het aan Drost ligt wordt een toets effectiever ingezet, als onderdeel van het leerproces. Haar ideaal: alle toetsen zijn in lijn met de leerdoelen en leeractiviteiten en daarmee integraal onderdeel van doorlopende leerlijnen. “Als je de eindtermen van de opleiding kent en weet wat leerlingen aan het einde van de rit moeten beheersen: waarom zou je dan, vanuit het oogpunt van formatieve evaluatie, niet al in de brugklas starten met toetsen die ondersteunen bij de cognitieve ontwikkeling en gedragsontwikkeling die je als school voor ogen hebt.

Aanbevelingen

  1. Probeer altijd goed te analyseren op welke fronten een interventie echt iets toevoegt. Soms is een probleem niet cognitief van aard, maar is het beïnvloeden van gedrag veel effectiever.
  2. Als je ziet dat een leerling goed scoort op inzicht, maar steeds onvoldoende punten haalt voor woordjes leren, kun je een andere strategie kiezen dan herhaling. Zo’n leerling kun je bijvoorbeeld woorden laten groeperen vanuit bepaalde eigenschappen. Zo komen de woorden toch in de kennisbasis.
  3. Kijk bij een toets goed naar het soort vragen dat gesteld wordt. Wat zijn de inzichtvragen, wat zijn de reproductie- of toepassingsvragen T1 en T2? Zo zie je snel waar je leerlingen goed in zijn en waarin ze zich verder kunnen ontwikkelen.

Meer informatie over RTTI-trainingen Neem contact op